top of page
Knop

Te voet

  • Als er een begaanbare stoep (trottoir) is, gebruik die dan.

  • Is er geen (begaanbare) stoep, verhoogde of gelijkgrondse berm, stap dan links op de rijbaan. Zo zie je het rijverkeer aan jouw kant naderen. Ben je niet alleen, stap dan achter elkaar.

  • Ben je in gezelschap van een jonger kind, geef dan een hand. Maar links op de rijbaan ga je achter elkaar, dat jongere kind voor je.

  • Ben je in groep, met een leider, dan mogen jullie rechts op de rijbaan stappen, als er geen begaanbare stoep of berm is. In het donker moet de groep vooraan links een wit en achteraan links een rood licht voeren. Een groep van minimum 5 voetgangers, vergezeld van een leider, mag links op de rijbaan achter elkaar stappen. In het donker moet de groep dan vooraan rechts een rood en achteraan rechts een wit licht voeren.

Oversteken

  • Denk na, zoek een goeie plaats om over te steken.

  • Stop voor de boordsteen.

  • Kijk naar elke kant, tweemaal na elkaar.

  • Als er rijverkeer nadert, wacht.

  • Is dit rijverkeer voorbij, kijk dan nogmaals naar elke kant.

  • Stap recht over en kijk afwisselend links én rechts.

Oversteken bij geparkeerde auto's

  • Oversteken tussen geparkeerde auto's doe je beter niet.

  • Als je nergens anders kunt oversteken, doe het dan zo:

  • Kies een plaats waar auto's niet dicht bijeen staan.

  • Stop voor de boordsteen.

  • Kijk in de auto's. Zit er iemand achter het stuur? Kies een andere plaats.

  • Zit er niemand achter het stuur? Stap op de rijbaan en stop voor de kijklijn. Hier kun je het naderend rijverkeer zien en zij kunnen jou zien.

  • Kijk naar elke kant, tweemaal na elkaar.

  • Als er rijverkeer nadert, wacht.

  • Is dit rijverkeer voorbij, kijk dan nogmaals naar elke kant.

  • Stap recht over en kijk afwisselend links en rechts.

Oversteken bij verkeerslichten voor voetgangers

  • Is er een drukknop? Wacht voor de boordsteen. Duw op de knop en wacht.

  • Zie je het groene mannetje en is het rijverkeer gestopt? Kijk naar elke kant, steek recht over en kijk afwisselend links en rechts.

  • Zie je het rode mannetje? Ben je bezig met oversteken? Stap verder.

  • Ben je nog niet begonnen met oversteken? Wacht op het groene mannetje.

Oversteken aan een zebrapad

  • Stop voor de boordsteen. Wacht tot alle naderend rijverkeer is voorbijgereden of is gestopt. Stap dan recht over en kijk afwisselend links en rechts.

Oversteken bij gemachtigde opzichters.

  • Wacht om over te steken tot je hiervoor de toestemming krijgt. Steek over voor de opzichter, zodat je elkaar kunt zien.

  • Gebruik de oversteekformule.

Oversteken van een overweg

  • Steek nooit over als de rode lichten knipperen.

  • Stop op ruime afstand van de slagbomen.

  • Is de trein voorbijgereden en de rode lichten blijven knipperen? Blijf wachten. Waarschijnlijk komt er nog een trein aan.

 

Afspraken voor fietsers

Voor je vertrekt

  • Is je fiets wettelijk in orde? Werken beide remmen? Heb je verlichting als het donker wordt?

  • Draag een fietshelm! Die beschermt je hoofd als je valt.

  • Maak je goed zichtbaar: met fluo-materiaal overdag, met lichtweerkaatsers in het donker.

  • Gebruik een fiets die past bij je gestalte: niet te groot, niet te klein.

Fietsen in de schemering en in het donker

  • Gebruik lichtweerkaatsers op kleding en tassen.

  • Zet verlichting aan: vooraan wit licht, achteraan rood licht. Sinds 18 mei 2006 is een nieuwe regel in voege: De verlichting moet niet meer op het rijwiel zelf aangebracht zijn en mag in knipperstand werken. Ze mag op de bagage, de kleding, het lichaam, het rijwiel zelf,… aangebracht worden. Steeds onder deze voorwaarde: wit (of geel) licht naar voor gericht, rood licht naar achteren.

  • Je bent beter zichtbaar met nette reflectoren: de witte reflector vooraan, de rode achteraan, oranje in de trappers en in de wielen (of lichtweerkaatsende banden).

  • Heeft je fiets een dynamo? Bedenk dat je lichten niet branden als je stilstaat.

  • Verlichting op batterijen blijft branden, ook als je stilhoudt. Denk eraan oplaadbare batterijen tijdig op te laden, wegwerpbatterijen tijdig te vervangen.

Waar en hoe fietsen

  • Houd beide handen aan het stuur, tenzij je een teken geeft om af te slaan.

  • Je mag op de stoep fietsen, als je nog geen 9 jaar oud bent, met een kinderfiets en zonder de andere voetgangers te hinderen.

  • Je mag geen dier aan de leiband houden.

  • Je mag geen passagier vervoeren, tenzij de fiets is voorzien van een zitplaats en voetsteunen. Zelfs dan neem je dat als kind beter geen passagier mee.

  • Als je rijdt aan de kant waar de passagiers van bus of tram in- of uitstappen, moet je stoppen om het in- of uitstappen mogelijk te maken. Je mag slechts met matige snelheid vertrekken.

  • Waar een voetganger op de rijbaan stapt, moet je een zijdelingse afstand laten tussen jezelf en de voetganger, van minstens één meter.

Inhalen

  • Je mag niet inhalen bij het naderen van een zebrapad of een oversteekplaats voor (brom)fietsers.

  • Als een bestuurder stopt aan een zebrapad of een oversteekplaats voor (brom)fietsers, dan mag je niet inhalen.

  • Je mag pas inhalen als je zeker bent dat je dit veilig kunt doen.

  • Fiets je voorbij geparkeerde auto's, rijd er niet te dicht langsheen (laat een tussenruimte van een meter) en kijk of er niemand achter het stuur zit.

Rotonde

  • Bij het naderen van de rotonde geef je voorrang aan de bestuurders die op de rotonde rijden.

  • Kijk uit of er een fietsstrook of fietspad is en gebruik die dan.

  • Fiets nooit uiterst rechts en maak jezelf goed zichtbaar.

  • Geef een teken naar rechts als je de rotonde wilt verlaten.

Voetgangers

  • Je moet voorrang geven aan voetgangers die op een zebrapad (zonder verkeerslichten) oversteken of er willen oversteken.

  • Een bus of tram stopt bij een halte. Fiets je langs de kant waar mensen in- en uitstappen? Je moet stoppen zodat passagiers kunnen instappen of uitstappen.

Fietspaden

  • Op een fietsstrook of streepjesfietspad mag je enkel fietsen rechts in de rijrichting.

  • Op een fietspad, aangeduid door het bekende fietspad-bord, ga je eerst na in welke richting je erop mag fietsen.

  • Op een gedeeld fietspad-stoep, fiets je enkel op het deel voor fietsers, rechts in de rijrichting.

 

Afspraken voor in auto's

Voorin of achterin?

  • Kinderen jonger dan 12 jaar, mogen voorin zitten, op voorwaarde dat ze worden beveiligd door een kinderzitje of een gordel.

  • Je mag niet met 2 in 1 gordel zitten!

  • Achterin mogen er zoveel kinderen als er gordels of aangepaste zitjes zijn. Dus niemand mag nog los in de auto zitten.

De autogordel

  • Alle inzittenden in een personenwagen moeten vastgeklikt zijn.

  • Een babybedje hoort vastgegespt te worden. Een peuter en een kleine kleuter moeten vast in een kinderzitje.

  • Kinderen tot 135 cm horen in een aangepast zitje of op een verhogingskussen en vastgemaakt met de gordel.

  • Kinderen vanaf 135 cm moeten op een verhogingskussen en vastgeklikt met de gordel.

Uitstappen

  • Wil je de auto verlaten, stap dan best uit aan de kant van de huizenrij, niet aan de kant van het rijverkeer.

Skateboard, step, ...

De zachte weggebruiker die zich op een voortbewegingstoestel stapvoets verplaatst, wordt als voetganger beschouwd.

Wie zich op een voortbewegingstoestel sneller dan stapvoets verplaatst, moet zich houden aan de regels voor fietsers.

bottom of page